Miss Incontinentieverkiezing

Sinds 22 april van dit jaar zit ik grotendeels ziek thuis van mijn werk als bouwkundig tekenaar, 40 uur  per week staren naar 2 beeldschermen en werken met de muis. Blijkbaar is de lichamelijke limiet voor een tekenaar 21 jaar dienst. Na een jaar lang met pijn in mijn arm te hebben gelopen en diverse vruchteloze onderzoeken in het ziekenhuis, was het werk niet meer vol te houden. Sporten werd afgeraden en minder werken hielp ook niet.

Alle onderzoeken wezen uit dat ik kerngezond was. Hartstikke fijn om te weten dat ik geen enge dodelijke ziekte had, daar was ik ook niet bang voor tot op het moment dat ze dat zeiden, maar ondertussen verging ik van de pijn.

Nu ben ik wel het één en ander gewend, ook op het gebied van non-diagnostische onderzoeken: sinds 2002 leef ik met Fibromyalgie en Chronische Vermoeidheid. Tientallen bezoekjes aan artsen, ziekenhuizen, haptonomen, aroma therapeuten, ergo therapie en psychologen, verschillende diëten, veranderingen van bewegingspatronen. Een lang en moeizaam proces met hele diepe dalen en kleine hoogtepunten, veel onbegrip en veel steun van m’n lief, hartsvriendin en gezin.

De afgelopen jaren ging het eigenlijk steeds beter. Ik was afgevallen van broekmaat 44 naar 36 door te stoppen met antidepressiva wegens slaapproblemen, dieet en wilskracht en had steeds minder last van de Fibro waardoor ik steeds meer kon sporten, voornamelijk hardlopen met m’n hardloopmaatjes Miriam en Manon. Het ging zelfs zo goed dat ik me vorig jaar had aangemeld bij de Landmacht, als vrijwilliger bij de Nationale Reserve. Het uniform blijft me roepen. Helaas liep dat wat anders dan gehoopt en sta ik nog in de wacht.

Het advies van de artsen was om een revalidatieprogramma te gaan volgen, om “te leren leven met de pijn”. In eerste instantie kwam dat natuurlijk een beetje vreemd over: revalideren, waarvan? Niemand die een diagnose wil stellen, zelfs niet van de Fibro. Maar goed, ik wil alles proberen.

Een traject van 3 maanden met wekelijks fysio, psycholoog, revalidatiearts en ergo therapeut, zwaar maar heerlijk om weer te mogen bewegen en weer langzaamaan wat werk te kunnen doen.

Nu houdt dat bewegen in dat ik 3 keer per week een uur in de zaal bij de fysio aan wat gewichten sta te sjorren. Aangezien ik alleen halve ochtenden werk, kan ik dit mooi na werktijd doen en nog genoeg tijd overhouden om te lezen, schrijven en te slapen.

Doordat het bewegingsapparaat niet helemaal soepel loopt, voel ik me af en toe net een 70-jarige. Gelukkig sluit dat netjes aan bij de gemiddelde leeftijd van mijn lotgenoten in de zaal.

Op leeftijd zijnde mannen en vrouwen die, soms met behulp van zuurstoftank, onder begeleiding van de veels te enthousiaste fysiotherapeut een stepplankje op en af stappen, aangemoedigd door een ‘All right’ en ‘Geweldig’. Het bijzondere gevoel dat je eerst overviel toen de fysio je zo spontaan stond aan te moedigen, voelde een dag later als verraad bij het horen van exact dezelfde woorden bij een 80-jarige die op een skippybal 2 gewichten van een kilo aan Haar probeert te overhandigen.

Het besef op de zaalfiets, dat het niet je eigen zweet is dat je ruikt maar de gevulde incontinentieluier van de buurvrouw naast je. Of bij het binnenstappen van de kleedkamer, de blik strak vooruit als de diephijgende man net uit de douche stapt.

Bij elke oefening zie ik mezelf in van twee kanten in de plafondhoge spiegels. Ik voel me een jonge adonis, die z´n oefeningen staat te doen alsof ik een van de geblokte klerenkasten in de sportschool ben, terwijl de 70plussers voor m’n neus paraderen met hun rollators en zuurstofmaskers om door mij gejureerd te worden in de Miss Incontinentieverkiezing.

Ik weet niet wat ik erger vind: sporten bij de fysio of sporten in de sportschool met leeftijdsgenoten die als bronstige herten zichzelf in de spiegel staan op te geilen.