Muziek was mijn eerste liefde

Behalve leuke verhaaltjes verzinnen speelt muziek ook een grote rol in mijn leven. De eerste aanraking met muziek was de muziek die mijn ouders op de platenspeler speelden toen ik opgroeide in jaren ’70 (!). De muzikale revolutie was niet meer te houden, The Beatles waren al uit elkaar, The Rolling Stones waren al 30 jaar bij elkaar, de hoogtijdagen van de rock-‘n-roll lagen ook al achter ons en de hippietijd ging ook aan mij voorbij.

Voordeel was wel dat ik ouders had (en heb) die waren opgegroeid in die periode, dus de zolder was goed gevuld met elpees en singles uit de jaren ’50, ’60 en ’70. Lang voordat ik mijn eigen zwart-wit televisie met verstelbare antenne had om Nederland 1 of Nederland 2 te ontvangen, of een eigen stereotoren had (bestond Hilversum 3 toen al?), zat ik regelmatig op zolder ‘mijn’ plaatjes te spelen op de pick-up en speelde dat ik diskjockey was van mijn eigen piratenzender. Bands als The Beatles, The Carpenters, The Eagles en alles met een The ervoor bulderde uit de speakers en werden professioneel aan- en afgekondigd met een serieuze radiostem waar Henk Mouwe jaloers op kon zijn (althans zo klonk het in mijn oren, gelukkig zijn er geen opnames van bewaard gebleven). Ook Nederlandse muziek als Normaal, Focus, (toen nog) The Golden Earrings waren graag geziene gasten in mijn studio. Vooral de liedjes van The Beatles waren de basis voor een blijvende goede smaak in muziek. Één van mijn leraren van de lagere school was grote fan en gebruikte hun nummers regelmatig tijdens muziekles of als we bij hem thuis waren om naar muziek te luisteren, waarschijnlijk is hier ook de liefde voor Engeland ontstaan.

Begin jaren ’80 kreeg de muziekwereld te maken met Prince, T.A.F.K.A.P. of wat voor symbool hij tegenwoordig als artiestennaam gebruikt. Iets waar mijn moeder iets minder blij mee was: “Moet die jongen zo schreeuwen?”. Ik vond het geweldig. De slaapkamer was gevuld met posters van Prince, Purple Rain en Sign o’ the Times. Doordat ABBA, BZN en Leen Huizer dag in, dag uit (en week in, week uit) werden afgespeeld thuis was mijn hunkering naar echte muziek goed te verklaren. Uiteraard kan ik alle liedjes van ABBA nu meezingen en heb ik stiekem regelmatig een ABBA-ochtend op kantoor, voordat mijn collega’s binnenkomen.

Na wat uitstapjes naar Clouseau (Koen! Ieeeeee), Spandau Ballet en andere slijmballen muziek en een Move The House periode eind jaren ’80 begin jaren ’90 werd de definitieve voorkeur voor muziek gepresenteerd in de muzikale vorm van Nirvana, K’s Choice, Pearl Jam en vooral wat steviger gitaarmuziek, alhoewel ik de meeste nummers van Spice Girls en Ronan Keating natuurlijk ook kan meezingen. Ik schaam me bijna nergens voor.

Vooral Pearl Jam is nogal bepalend geweest. De band heeft de afgelopen 25 jaar een onuitwisbare indruk op mij gemaakt. Muzikaal gezien met briljante muziek, en soms wat minder briljante muziek. Maar vooral door de mensen die ik heb leren kennen in die 25 jaar door fan van hun muziek te zijn, zoals één van de beheerders van dit blog. Na 14 concertbezoeken verspreid over Europa blijft het kriebelen wanneer de geruchten gaan dat er weer optredens aan zitten te komen. Vol van de zenuwen zit ik te klikken op de muis als de online kaartverkoop start en balen als je maar kaartjes kunt krijgen voor 3 concerten in plaats van 4 (of je kunt nog proberen een spelletje go-fish te spelen met je vrienden: heb jij voor mij een extra kaartje voor Amsterdam?). Urenlang in de rij staan, niet om vooraan te staan maar om bij te kletsen met oude vrienden die soms van ver komen of om nieuwe vrienden te maken. Lijsten bijhouden van welke nummers je gehoord hebt en door het dolle zijn als je een nummer hoort die nog niet op je lijst stond, vervolgens balen als dat ene nummer een dag later wel wordt gespeeld tijdens het optreden waar jij geen kaartje voor kon krijgen.

Ook is het leuk als andere artiesten waar je al jaren fan van bent bevriend raken met je favoriete band en gezellig met elkaar gaan toeren of even aankomen om een nummertje te spelen, zoals Glen Hansard van The Frames, Neil Finn van Crowded House of Josh Homme van Queens of the stone age.

Net als dat ik kritisch kan zijn op mezelf of de dingen die ik lees en recenseer, ben ik niet zo’n fan die echt alles geweldig vind van een band of zo graag wil weten wat het favoriete eten van de gitarist is. Soms denk ik ook wel eens dat sommige nummers de wereld bespaard hadden kunnen blijven, maar je kunt niet alles leuk vinden (als je echt eerlijk bent natuurlijk).

Niet alleen heb ik mijn dierbaarste vrienden in mijn leven gekregen door deze band, maar ook mijn partner. Als we niet allebei fan waren geweest 15 jaar geleden, hadden we elkaar nooit leren kennen op die ene dag in België. Dus uiteraard kon Pearl Jam’s uitvoering van Walk With Me niet ontbreken tijdens de partnerceremonie, hoe graag de ambtenaar ook op stop wilde drukken.

Nog bijzonderderder is het dan om met je partner en 15-jarige zoon vooraan te staan in een stadion in Berlijn en hij krijgt bij zijn 2de concert ooit een tamboerijn aangereikt van Eddie Vedder zelf (!). Onvergetelijk.

Ik kijk er nu alweer naar uit om volgend jaar naar zoveel mogelijk concerten van ze te gaan, want dat ze komen is een naar zekerheid grenzende waarschijnlijkheid. Heerlijk uit m’n dak gaan (lees: stilstaan en met m’n hoofd meedeinen op de muziek).

Alleen nog even aankondigen, kaartjes kopen, vervoer regelen, verblijf…..ehm, ik geloof dat we in het nieuwe huis maar zonder sanitair moeten doen, past niet in het concertbudget.