Geduld onder de knie hebben

Gisteren mocht ik weer eens een strippenkaart van het ziekenhuis volmaken. Sinds 2002 heb ik er al diverse doorheen gejaagd; het gevolg van het ontbreken van een diagnose. Niet elke medische expert erkent fibromyalgie en laat ik nu onder toezicht staan van artsen die deze aandoening niet erkennen. Daardoor blijft het een zoektocht wat de oorzaak van mijn klachten dan wel zouden kunnen zijn. Jaarlijks gaat mijn eigen risico er met gemak doorheen.
Als dank krijg ik elk jaar een bosje bloemen van mijn zorgverzekeraar omdat ze zo blij zijn dat ik het budget van de Leidse basketbaltoppers eigenhandig opschroef. Ik zou willen zeggen graag gedaan, maar ik zou het liever anders zien natuurlijk.
Ditmaal had ik een afsluitend gesprek bij de sportarts. Sinds 1,5 jaar heb ik last van mijn knie. Niet heel erg of levensbedreigend maar het hindert me als ik fiets, hardloop, traploop, wandel of gewoon ademhaal – voeg hier een dramatisch handgebaar en vioolmuziek toe.
Doordat mijn knie in aanraking kwam met een metalen leuning tijdens het instappen in de bus, onderweg naar de keuring van de Nationale Reservisten – lekkere timing natuurlijk, heb ik sindsdien de boel dusdanig verkeerd belast dat pijnloos voortbewegen of stilzitten niet mogelijk is. Na maar weer eens een scan van de knie bleek dat alles gewoon op de juiste plek zat – ik had ook niet verwacht dat mijn knie op mijn enkel zou liggen – en ik ben voorzichtig weer wat oefeningen aan het doen onder toezicht van een fysiotherapeut. Een speciaal schema werd uit de kast getrokken – blijkbaar bestaat er een ‘wat te doen als de knie in aanraking komt met een metalen buis’-schema, ideaal voor mensen zoals ik. Mijn spieren waren ondertussen vergeten wat sporten ook alweer is, net als dat mijn buik de vorm van een klassieke wielertoerist begint te krijgen. Vooral het hardlopen mis ik heel erg; hoe leuk het ook is om als Annie te fungeren, ik zou toch liever zelf meedoen. Of zou ik de keuze willen hebben om nee te zeggen omdat ik geen zin heb.

Met de voorkennis dat de afspraak bij de sportarts de laatste was, besloot ik de fiets naar het ziekenhuis te nemen om de knie ook een beetje te testen. Door het gebrek aan wind en een heerlijk zonnetje was het fietstochtje van 20 minuten een waar rustmoment. De knie bleef op zijn plek zitten en zonder zichtbare vermoeidheid kwamen mijn buik en ik, licht bezweet, op tijd aan in het ziekenhuis. Bij mij heet 10 minuten ’te vroeg’ komen op tijd komen, 5 minuten ’te vroeg’ is bijna te laat en op tijd komen is eigenlijk te laat. Ik ben zo’n stresskip die al 30 minuten voor vertrek zou willen vertrekken, tot frustratie van anderen die graag op tijd vertrekken. Huh?

Net op tijd sloot ik mij 10 minuten voor de afspraak aan in de rij voor de afsprakenbalie om te melden dat men zich geen zorgen meer hoefden te maken, ik was gearriveerd. Vier wachtenden voor mij stonden ongeduldig te trappelen voor de onderbezette balie; een van de twee stoelen achter de balie was leeg en de aanwezige baliemedewerkster was bezig met een telefonisch overleg. Geduldig nam ik plaats in de rij, met mijn engelengeduld heb ik nooit echt problemen om te moeten wachten. De mensen voor mij hadden daar wat meer moeite mee en stonden al druk met elkaar te discussiëren of dit nu niet sneller kan. Een aantal stoeltjes in de wachtkamer was bezet met patiënten die zich blijkbaar al hadden aangemeld. Bij het langslopen van ziekenhuispersoneel werd deze nagekeken of dit niet de vermiste baliemedewerkster was, die terug was gekomen om ze uit hun lijden te verlossen. Ergerlijke blikken priemden in de rug van het personeel als deze nietsvermoedend doorliep.
Achter mij ging de rij ondertussen verder de gang in. Sommigen hadden blijkbaar geen zin om aan te sluiten in de stilstaande polonaise en liepen demonstratief voorbij de rij om vervolgens gemaakt verrast hardop te zeggen dat ze niet doorhadden dat wij in de rij stonden. ‘Nee, we staan hier te kamperen. Doos.’ Soms is het verstandig dat ik niet alles hardop zeg.
Gelukkig werd mijn geduld niet lang getest en stond ik 1 minuut te laat voor de balie om te zeggen dat ik een minuut geleden een afspraak met de dokter had. Weinig onder de indruk van al het gestress, iemand moet toch kalm blijven, kon ik plaatsnemen in de wachtkamer verderop in de gang.

 

Drie minuten later stond ik weer buiten, nadat ik de sportarts ervan verzekerd had dat ik gematigd enthousiast was over de vooruitgang en nadat we afspraken elkaar nooit meer te zullen zien, tenzij de klachten toch ernstiger waren dan gedacht en amputatie boven de knie misschien toch de beste oplossing zou zijn. Per slot van rekening was ik nog maar 6 weken bezig met de hersteltraining en was hij ‘geen Harry Potter met zijn toverstafje’ waardoor ik dezelfde dag nog hersteld zou zijn. Ik moest er maar rekening mee houden dat het over een paar maanden zeker en vast beter zal gaan.

 

Gelukkig heb ik geduld, maar ik sta al te trappelen om weer te kunnen hardlopen.

Loading