Vertrouwen in jezelf

“Je kan kort zijn, maar je kan ook verlangen.”
Ik denk dat dit mijn meest favoriete zin is uit een liedje, op korte afstand gevolgd door de tekst: “Zij rijdt met de brommer en ik rij met de fiets. Wat een zorg en kommer, zij heeft alles en ik niets.” Allebei gezongen door Clouseau, met hartenbreker Koen Wauters, zucht. Uit de periode dat ik nog een ontzettende romanticus was, ver terug in de vorige eeuw.
Daar wilde ik het dus niet over hebben. Waarover dan wel?

Gebrek aan vertrouwen. Daar ontbreekt het mij aan: gevoed door gebrek aan leiderschap, besluiteloosheid, gebrek aan interesse en een moeite hebben om los te laten.
Als je opgroeit, is een goede basis van vertrouwen fundamenteel; zelfvertrouwen, vertrouwen in anderen, erop kunnen vertrouwen dat je ouderlijke eenheden je steunen en opvangen als het misgaat.
Als ouder moet je een kind dat vertrouwen aanleren, door bijvoorbeeld het kind zelf dingen uit elkaar te laten halen en weer in elkaar te laten zetten. ´Begin er maar niet aan, dat kun jij toch niet´ is niet iets dat zelfvertrouwen kweekt. Het zou kunnen dat je ouderlijke eenheid wil voorkomen dat het hele ding uit elkaar valt omdat je dat ene moertje bent vergeten. Maar daar kom je alleen maar achter als je het geprobeerd hebt. Misschien kom je erachter dat je het juist leuk vindt om dingen uit elkaar te halen en weer in elkaar te zetten. Misschien blijkt die motor ook te werken zonder dat ene moertje. ´We zullen vast snel weer terug zijn van dat judotoernooi´ terwijl je dochter naast je staat, werkt ook niet motiverend. Jij mag dan geen zin hebben in dat toernooi, je eigen kind de grond in trappen lijkt mij niet de juiste oplossing.

Een van de moeilijkste dingen, is toekijken hoe je kind onderuit gaat. Het liefst zou je natuurlijk alles willen voorkauwen – elk pad in haar leven betegelen met marmeren leistenen, overal aan denken zodat de klappen al zijn opgevangen voordat ze zijn uitgedeeld.

Er zit een delicate grens tussen (over)bezorgdheid en vertrouwen. Jouw overbezorgdheid dat je kind faalt, breekt het fundament van zelfvertrouwen volledig af. Je kind leert erop te vertrouwen dat jij alles wel regelt zodat zij alleen maar hoeft toe te kijken. Iets dat natuurlijk alleen maar versterkend werkt en een moeilijk doorbreekbare cirkel wordt.
Het voorkomt jou misschien een hoop zorgen en slapeloze nachten, maar het geeft haar een vals gevoel van vertrouwen omdat ze niet leert te vertrouwen op haar eigen kunnen. Er is niets zo lekker om te fietsen op vlakke wegen, maar als de hoogste hobbel in haar leven vergelijkbaar is met een bruggetje over een smal slootje, worden je nachten wel erg kort als ze een tijdje in Limburg gaat wonen.
Vertrouwen in iemand hebben en tonen wil zeggen dat je iemand de ruimte geeft voor zelfontplooiing. Je hoeft het er niet altijd mee eens te zijn, maar ze moet zelf ontdekken wat voor haar werkt en hoe iets gedaan kan worden. Als zij kiest voor een klinkerpad, en dat doet ze, in plaats van jouw marmeren tuinpad zul je klaar moeten staan als ze struikelt over een oneffenheid, ook al heb je tien keer gewaarschuwd voor die keien. Je zult met de nodige wallen onder de ogen en kort gebeten nagels moeten toezien hoe iets fout gaat.
Het valt als ouder niet mee om je niet overal mee te bemoeien, daar kom je ook pas achter als je ouder bent. Hoe vervelend vond jij het als kind als je vader of moeder weer achter je broek aan zat, wanneer jij voor de zoveelste keer niet luisterde naar de adviezen van je ouders: wat een gezeur.
Nee, later als ik zelf ouder ben, doe ik het compleet anders.
Tot je zelf moet toekijken.
Omdat je weet hoe het was als kind.
Zo ook met vertrouwen dat anderen een taak succesvol uitvoeren. ´Ik doe het zelf wel, dan gebeurt het ieder geval goed´ kan misschien een goede instelling zijn omdat je hoge eisen stelt aan het resultaat en jij de beste bent, het kan ook te ver doorslaan als daardoor verdere taken niet worden overgedragen. Immers, niemand is zo goed als jij.
Het is niet dat ik geen vertrouwen in mezelf heb, het is een gebrek van anderen om vertrouwen te hebben dat ik wat kan, ook al is het niet zoals zij het zelf zouden doen. Dat is knap lastig als je daarmee 43 uur per week mee geconfronteerd wordt, 52 weken per jaar.

 

Gelukkig zijn er heel veel liefhebbende mensen die er vertrouwen in hebben dat ik de juiste weg kies. Het mogen dan kinderkopjes zijn, van een geasfalteerde weg groeit mijn zelfvertrouwen niet.

Loading