Meester Lex

Door mijn doordeweekse (en soms ook weekend) baan als bouwkundig tekenaar, waar ik mijn geld verdien met het tekenen van huizen en af en toe wat glijbanen, de voorbereidingen van de verhuizing in december – ik ben graag heel goed voorbereid- en mijn nachtbaan waarbij ik incognito de misdaad bestrijd, is het schrijven en lezen op een laag pitje komen te staan. Soms verg je teveel van jezelf door steeds overal maar ja op te zeggen. Het advies ‘vergeet niet te leven’ is soms snel vergeten.

Daarnaast geef ik ook zo nu en dan les. Jawel, deze stoffige, bebaarde, brildragende 40-plusser is “leraar”- vergeet niet de bijbehorende handbeweging. “Leraar”- vergeet de handbeweging niet- is wel een heel zwaar woord; ik sta niet letterlijk in een lokaal met 30 puistige pubers, die daar eigenlijk niet willen zijn en mij het leven zuur maken door propjes naar me te schieten of zitten te WhatsAppen achter mijn rug. Ook heb ik geen zwart krijtbord of digitaal scherm waar ik mijn student strafregels op kan laten kalken, als hij zijn huiswerk weer eens niet gemaakt heeft. De zweep erover als ik niet wordt aangesproken met ‘meester’ zit ook niet echt in me, hoewel dat best aantrekkelijk klinkt.

Omdat op de middelbare school de leerling vaak beter op de hoogte is van de computerprogramma’s dan de leraar, ik graag mijn beetje kennis deel met de wereld en ik ook graag van anderen wat leer, heb ik het op me genomen mijn talent in te zetten ten gunste van de mensheid.

 

Je las het inderdaad goed, mijn student. Op het ogenblik bestaat mijn klas uit één student.

Het voordeel van een kleine klas is dat je heel gericht les kunt geven en je aandacht niet verdeelt hoeft te worden als iemand het tempo niet kan volgen of vooruit loopt op de zaken. Het nadeel is dat je al snel in een eindeloze discussie of nerdfest eindigt- als ik eenmaal op gang ben, ben ik amper te stoppen. Een vooropgesteld programma is wel een uitkomst, al was het om de leraar in toom te houden.

Een aantal jaren geleden bestond mijn klas nog uit zes studenten: zes leraren van meer dan middelbare leeftijd, die van hun werkgever bijgeschoold – padoempats- moesten worden maar geen budget hadden of tijd om een echte cursus te volgen. Niet dat er vijf studenten mysterieus zijn verdwenen – ik voel een thriller opkomen- en de laatste overgebleven student op een luguber einde zit te wachten, ze zijn allemaal gewoon keurig afgestudeerd van mijn avondschool en met succes geïntrigeerd in het onderwijsleven, de tijd van duimstok en timmermanspotlood achter hun latend.

Ik heb nog nooit lesgegeven aan een klas pubers, maar ik vermoed dat het lesgeven ongeveer net zo moeizaam gaat als een halve klas 55 plussers, die hun hele carrière voor de klas met pubers hebben gestaan en net de aan/uit knop van de computer weten te vinden. Je hebt in elke klas, van alle leeftijden, wel van die types zitten: de streber, de tijdverdrijver, de betweter, de altijd-een-stap-verder-leerling, de grappenmaker en de favoriet. Ik had ze allemaal in één klas.

Mijn zorgvuldig voorbereidde, op maat gemaakte, cursus vond plaats in een klaslokaal van de school. Uitdeelmateriaal, Power Point presentatie, huiswerkopdrachten – alleen de voorpret was al een feest. Dat er een beamer en een schoolbord aanwezig was en zeven computers die we mochten gebruiken, maakte het net echt- ik kon zelfs controle krijgen over hun computer met een schakelaar: powertrip.

Met mijn bruinleren aktetas – waar alleen een appel inzat- en een stapel kopieën, ving ik vol goede moed de cursus aan. De eerste avond ging nog redelijk goed – de studenten hadden hun aandacht erbij, ik was de meester van de beamer en pareerde alle bijdehante of oprecht gemeende vragen.

Op de tweede avond was de kat uit de boom gekeken en was het vechten tegen de tijdverdrijver, betweter en grappenmaker die het eigenlijk niet zo zagen zitten om op hun leeftijd nog over te schakelen naar de moderne tijd. De streber had keurig zijn huiswerk gedaan, met ongevraagde presentatie, de altijd-een-stap-verder-leerling had de volgende huiswerkopdracht al gemaakt en zat verveeld voor zich uit te kijken, de favoriet droeg mijn aktetas keurig naar het lokaal en zorgde voor een vers kop koffie om het half uur.

Vanaf de derde avond had ik alle trucjes wel door en liep alles vrij soepeltjes. Iedereen zat met gepast enthousiasme naar hun schermen te staren en de lessen sloegen aan: resultaat! Na een aantal weken was iedereen geslaagd voor de cursus- waar je overigens niet voor kon zakken, maar dat hoeven zij niet te weten.

 

Het blijft wel een onwennig idee les te geven aan leraren. Maar we kunnen allemaal van elkaar leren, of klinkt dat heel erg geitenwollensokkerig?

Loading