Reflectie

Je zegt de woorden alsof je ze meent.
Jouw woorden geven mij het gevoel dat ik niets waard ben.
In jouw ogen besta ik niet. Mijn wereld doet er voor jou niet toe.
Ik heb geen bestaansrecht. Elk weerwoord een zucht wind.

Mijn ziel ligt open en bloot voor je ontzielende woorden.
De kracht achter nietszeggende woorden is verwoestend.
Het rukt mijn hart aan flarden. Mijn essentie is vergaan tot stof.
Je kijkt me aan, maar ziet me niet.
Ik sta recht voor je neus, met ingezakte schouders en kromme rug.

Het gaat niet om mij, mijn persoonlijkheid is niet belangrijk.
Morgen ben ik vergeten. Over een uur besta ik al niet meer.
De afwezige aandacht gericht op niemand anders.
Weerloos voelde ik me, ik liet het toe, geen kracht.

Ik mag er zijn. Ik ben er altijd geweest.
Wie ben jij om dat niet te erkennen. Ben ik iemand, zonder jouw erkenning.
Je onvermogen mij te zien zoals ik ben, laat mij zien wie ik niet wil zijn.
Je negeert mij, terwijl ik mijn rug recht en in stilte voor je sta te schreeuwen.

Het gaat niet om jou. Jouw woorden voeden mij.
Jouw gebrek aan empathie is Pokon voor mijn zelfvertrouwen.
Ik ben niet de persoon waarvan ik denk jij dat denkt dat ik die ben.
Jouw woorden laten mij mijn ziel zien en laten mij weten dat ik niet wil zijn wat jij van mij verlangt.
Ik kijk in je ogen en zie wat jij niet ziet: mijzelf.

Loading