Categorie archieven: Verhalen

Aftasten

‘Welkom, dames en heren. Vandaag is het dan eindelijk zover, de grote finale. De zaal is afgeladen, er is geen enkele lege plek te zien. De spanning is met een mes te snijden. De twee kemphanen treffen hun laatste voorbereidingen. De kampioen van vorig jaar zit met zijn ogen dicht geconcentreerd op zijn kruk, terwijl zijn coach op hem inpraat. De uitdager in de andere hoek springt op en neer en probeert de huidige kampioen van zijn stuk te brengen, maar de routinier trapt daar niet in. De psychologische oorlogsvoering laat hem ongemoeid, wat op zich weer een uitstekende psychologische verdediging is dat duidelijk effect heeft op de uitdager. Hij lijkt behoorlijk van zijn stuk gebracht.’

Lees verder Aftasten

Loading

Het kerstdiner – Sweek

Er is al dagen niet naar me omgekeken. De schuur biedt wel bescherming tegen de gure wind, maar weinig tegen de vrieskou. De dunne quilt helpt amper en ik verga van de honger.
De ruimte in de schuur werd met de week krapper, mijn slaapplek raakte steeds verder ingesloten door de vele kerstcadeaus. Voor papa, voor mama, voor Mark, maar geen cadeau voor mij.
De afgelopen weken ging de deur steeds vaker van het slot en kreeg ik hoop weg te kunnen glippen, maar wanneer er weer een doos binnen was gezet, ging de deur weer snel dicht. Soms lieten ze wat eten achter, maar net zo vaak niet. Nu was het al een paar dagen stil.
Ze zullen me toch niet vergeten zijn?
Ik kijk door het raam naar buiten en zie mijn ouders en mijn broertje aan tafel zitten, het is kerstavond!
Lodewijk loopt in de tuin en worstelt zich door de sneeuw. Lees verder Het kerstdiner – Sweek

Loading

De Leespatrouille – Editio

Ik nader het kruispunt bij de Utrechtsebaan. Het is zaterdagochtend, kwart over acht en het is rustig op de weg. Mijn partner naast mij kijkt op van zijn boek en neemt een slok koffie uit zijn kartonnen beker van het fastfood restaurant. Mijn maag draait zich om door de sterke koffiegeur die de auto vult wanneer hij de deksel van de beker haalt om al roerend zijn vierde zakje suiker in de koffie op te lossen. Uit frustratie zet ik de volumeknop van de radio nog wat hoger, misschien kan ik de geur overstemmen met wat stevige gitaarmuziek, net als dat ik de routeplanner beter begrijp wanneer de muziek zachter staat.
‘Shit.’ Aan de overkant van het kruispunt zie ik twee motoragenten voor het verkeerslicht staan.
‘Shitterdeshit. Leg weg, snel.’ Ik maak een slaande beweging richting Erik en sla de koffiebeker bijna uit zijn hand. Koffie gutst over de rand van de beker en landt op zijn schoot. Lees verder De Leespatrouille – Editio

Loading

Reflectie

Je zegt de woorden alsof je ze meent.
Jouw woorden geven mij het gevoel dat ik niets waard ben.
In jouw ogen besta ik niet. Mijn wereld doet er voor jou niet toe.
Ik heb geen bestaansrecht. Elk weerwoord een zucht wind.

Mijn ziel ligt open en bloot voor je ontzielende woorden.
De kracht achter nietszeggende woorden is verwoestend.
Het rukt mijn hart aan flarden. Mijn essentie is vergaan tot stof.
Je kijkt me aan, maar ziet me niet.
Ik sta recht voor je neus, met ingezakte schouders en kromme rug.

Het gaat niet om mij, mijn persoonlijkheid is niet belangrijk.
Morgen ben ik vergeten. Over een uur besta ik al niet meer.
De afwezige aandacht gericht op niemand anders.
Weerloos voelde ik me, ik liet het toe, geen kracht.

Ik mag er zijn. Ik ben er altijd geweest.
Wie ben jij om dat niet te erkennen. Ben ik iemand, zonder jouw erkenning.
Je onvermogen mij te zien zoals ik ben, laat mij zien wie ik niet wil zijn.
Je negeert mij, terwijl ik mijn rug recht en in stilte voor je sta te schreeuwen.

Het gaat niet om jou. Jouw woorden voeden mij.
Jouw gebrek aan empathie is Pokon voor mijn zelfvertrouwen.
Ik ben niet de persoon waarvan ik denk jij dat denkt dat ik die ben.
Jouw woorden laten mij mijn ziel zien en laten mij weten dat ik niet wil zijn wat jij van mij verlangt.
Ik kijk in je ogen en zie wat jij niet ziet: mijzelf.

Loading

Intro

‘Ben je er klaar voor?’
Mijn borstelige wenkbrauwen kunnen niet voorkomen dat het zweet van mijn voorhoofd mijn ogen bereikt. Het zoute vocht brand in mijn ogen maar wrijven is geen optie. Uit angst dat de bewegingen teveel zijn voor het gevoelige goedje dat ik met me meedraag, blijf ik zo stil mogelijk staan tot de anderen klaar zijn en het stabiel genoeg is voor vervoer. Met rood doorlopen ogen knik ik in de richting van Erik, die mijn antwoord niet afwacht en zijn aandacht weer richt op de lampjes van het kastje dat om mijn middel is vastgebonden.
Achter me ontrafelt Barry de wirwar van draden die over mijn rug loopt om ze op het kastje aan te sluiten en de onomkeerbare verbinding met de explosieven te maken.
‘Kom op, Barry.’ Het geduld van Erik begint op te raken wanneer Barry voor de derde keer de draden opnieuw samenbindt. Nadat ook het vierde lampje op groen springt, steekt Erik zijn duim op naar Marco die even verderop verscholen op de uitkijk staat. Met de rug gekeerd naar de wind, een zakdoek voor zijn mond en een skibril op om geen zand in zijn ogen te krijgen, legt hij via de satelliettelefoon contact met de Opdrachtgever.
‘We zijn er klaar voor, over!’ Marco houdt zijn vrije hand voor de microfoon om nog enigszins verstaanbaar over te komen. De onophoudelijke woestijnwind maakt communicatie bijna onmogelijk.
‘Ga…k…’ De rest van het antwoord gaat verloren door de weersomstandigheden. Meer woorden zijn ook niet nodig, de opdracht is duidelijk: de drukte in en op de knop drukken.
Ik wrijf in mijn ogen, wat het eigenlijk alleen maar erger maakt, knoop mijn lange jas dicht, zet mijn bril op en mijn mondkap voor en wandel voor de laatste keer als Niemand de anonimiteit in.

Loading

Verlichting

Haar lichaam verstrakte en haar oogleden trilden. De angst voor wat er boven was, werkte zo verlammend dat ze zich niet durfde te bewegen.
     Meerdere malen had ze het geprobeerd. In haar eentje de trap op, in het donker. Ze ging al hyperventileren van de gedachte. Mama had gezegd dat ze zich niet zo moest aanstellen. Er was niets engs op de trap of op de overloop. Ze vond dat Marieke tijd probeerde te rekken en schreeuwde met de dag harder tegen haar wanneer ze huilend onderaan de trap stond omdat mama het licht van de overloop niet wilde uitdoen, zodat ze zelf in het donker naar boven moest.
     Marieke wist wel beter. Zij hoorde de monsters zwaar ademen, voelde hun aanwezigheid als ze in het donker over de overloop liep, klaar om haar te pakken als ze naar haar kamer liep. Het licht hield de monsters op afstand.
     'Stel je niet zo aan, Marieke. Schiet op,' riep mama vanuit de woonkamer.
     Marieke zette een voet op de onderste trede, pakte de leuning stevig vast, hield haar favoriete knuffel Jenny nog dichter tegen zich aan en keek nog een keer naar boven voor ze het licht van de overloop uit knipte. Met twee treden tegelijk vloog ze de trap op. Na een korte sprint over de overloop sprong ze in haar fort van kussens en trok de deken over haar heen. De gedaante op de overloop greep net mis. Ze had het gevoeld.
     Door een kier tussen haar kussens zag ze tot haar schrik dat het licht op de overloop brandde. Ze had het licht toch echt uitgedaan.
     'Marieke, doe het licht uit,' klonk het vanuit de verte.
     'Dat heb ik gedaan.'
     'Schiet op, ik zeg het niet nog een keer.'
     De moed zakte in Marieke´s eenhoornpantoffels. Aarzelend pakte ze Jenny en liep richting de trap. Zodra ze op de bovenste trede stond, knipperde het licht uit. Voor ze kon bedenken wat er aan de hand was, voelde ze een hand op haar schouder. Met een ruk draaide ze zich om en keek recht in haar eigen ogen. Vlak voordat ze wilde gaan gillen, legde haar spiegelbeeld een vinger op haar lippen en pakte Marieke bij haar hand. Samen liepen ze de trap af om het licht van de overloop uit te doen en terug te keren naar Marieke´s kamer.
     Marieke was nooit meer bang in het donker.

Deelnemer schrijfwedstrijd Heel Nederland Schrijft. 
Leuk verhaal? Klik hier en geef een duim omhoog op de pagina van Heel Nederland Schrijft.

De deadline – moord binnen een schrijverscollectief

 

Voor de vierde keer die week stond Emile aan de rand van het zwembad. De gasten zouden elk moment wakker worden en hun weg naar het zwembad vinden om de dagelijkse baantjes te zwemmen of voor hun yoga rituelen aan de rand van het bad. Elke ochtend was het hetzelfde liedje: ik wil fietsen, ik wil zwemmen, is het ontbijt al klaar.
Het leek zo’n goede beslissing; vertrekken uit het stressvolle Nederland, weg van iedereen. Maar nu was het genoeg geweest, elk jaar werden de gasten veeleisender: je kunt me toch wel even ophalen van het station, is het ver rijden naar die wijnproeverij? Het plezier was er al langere tijd van af.
Emile schoof met zijn voet de stenen van de rand van het zeil dat het zwembad bedekte. De bloedvlek op een van de stenen ontging hem, net als die aan de rand van het zwembad. Een schaduw onder het doek trok zijn aandacht. Hij had het reinigingsapparaat toch uitgezet gisteravond? Of was Ona onder het doek gekropen en in het water beland? Het enthousiasme van de Belgische border collie was moeilijk in toom te houden, maar ze zal toch niet…
Lees verder De deadline – moord binnen een schrijverscollectief

Loading

Tweestrijd

We hebben eigenlijk nooit echt een goede relatie gehad. Ik heb het net zo vaak met je willen uitmaken als dat we besloten om het toch nog maar eens te proberen. Vanaf het begin dat we elkaar kennen is het niet anders dan strijd geweest. Op het moment dat ik ergens met het kleine beetje zelfvertrouwen dat ik heb aan wil beginnen, ben jij het die mij ervan weerhoudt mijn doel te bereiken. Je saboteert elke poging tot zelfontplooiing, uit angst zonder mij door het leven te moeten. Zo vaak heb ik geprobeerd naar je toe te groeien, me aan te passen aan jou. Maar onze levenswegen lijken alleen maar evenwijdig aan elkaar te lopen, zonder tot een kruispunt te komen. Ik heb je aanwezigheid leren accepteren, zonder te realiseren of ik van je houd.

Ik heb je jarenlang genegeerd, onze relatie laten versloffen

In alle onschuld heb ik je ooit volledig vertrouwd. Ik geloofde in je en slikte alles wat je me wijsmaakte, zonder aan je egocentrische intenties te twijfelen. Maar je hebt me laten stikken, je liet het afweten op de momenten dat ik je nodig had, ik niet zonder je kon. Ik werd opgezadeld met jouw depressies, irrationele gedachtes, verlatingsangst en je dwangmatig gedrag iedereen het naar de zin te maken. Alles om de focus op jou te richten.

Ik heb je jarenlang genegeerd, onze relatie laten versloffen. Van warmte of aandacht was geen sprake. Ik zorgde niet voor je en gaf niet om je, ik vond mezelf belangrijker. Ik was kwaad op je, wilde van je af maar wilde niet alleen door. Ik durfde niet met je te praten, ik wist hoe je zou reageren als ik mezelf zou laten zien. Ik was bang voor de confrontatie met mezelf.

Ik kan niet zonder, ik heb het nodig

Ik heb geleerd met mijn tweestrijd samen te leven. Ik kan niet zonder, ik heb het nodig. Het houdt me nuchter wanneer ik in paniek ben, het heeft me geleerd dat niet elke prikkel een gevaar is. Het heeft me geleerd te accepteren wie ik ben, dat anderen van mij houden om wie ik ben.
De innerlijke strijd is van mij, veroordeeld tot de dood ons scheidt.
Ik heb geleerd dat er zonder licht geen duisternis is, dat er geen schaamte ligt in het tonen van je ware zelf. Dat ik ben wie ik ben, door de mensen die ik liefheb.
Dat het mogelijk is van jezelf te leren houden, door jezelf te accepteren.

Loading