Wie een gat graaft

De aarde voelt zo warm op deze diepte. Hoe diep komt vorst eigenlijk? Ik hoop maar dat het gat diep genoeg is.
Ik was er bijna, het scheelde zo weinig. Het pistool stond zelfs tegen zijn slaap, ik hoefde alleen de trekker nog maar over te halen. Maar nee hoor, ik moest weer in die blauwe kijkers verdrinken.
Terwijl ik op zakenreis was had die hufter liggen ketsen met Vera. Van alle vrouwen en mannen die hij kon hebben, moest hij Vera pakken. Ik had haar nog zo gezegd op te passen voor hem. Hij was een schaamteloze charmeur en nu bleek het niet eens de eerste keer te zijn dat hij over de scheef was gegaan: Rogier, Saskia, Said en nu ook Vera.
Haar lichaam was al deels ontbonden toen ze haar na 3 weken uit het water haalden. Ze was klem komen te zitten tussen de wal en haar woonboot en was onder het ijs vast komen te zitten. Nadat de dooi had ingezet was haar lichaam omhoog komen drijven. De politie ging uit van een ongeval; uitgegleden en met haar hoofd tegen de stenen kade gevallen. Haar schedel was opengebarsten, ze was in het ijskoude water terecht gekomen en verdronken. Ze had geen schijn van kans gehad.
Haar moeder had aangifte gedaan op het politiebureau nadat ze een telefoontje had gekregen van Vera’s zus Kristina, die haar vertelde dat Vera nooit was komen opdagen. De buren was niets opgevallen, ze ging meerdere keren per jaar naar haar zus in Zweden, dus het viel niet op dat ze er niet was.
Ik had al vaker te horen gekregen dat hij niet te vertrouwen was. Mijn vroegere beste vriendin Saskia had me ook gewaarschuwd voordat de relatie serieus werd, maar ik dacht dat ze jaloers was. Dat kreng probeerde elke vent te pakken waar ik een oogje op had. Dat ze naar Alkmaar verhuisde kwam mij alleen maar goed uit. We waren toch al uit elkaar gegroeid en ik zag het echt niet zitten om iedere week vanuit Roelofarendsveen naar Alkmaar te reizen voor een kopje thee en alleen maar naar haar gezever te luisteren.
Rogier en Said hielden zich wat meer op de vlakte. Ze waren het er niet mee eens dat Michel en ik gingen samenwonen, maar ze durfden niets te zeggen. Zeker niet nadat hij ze letterlijk het huis had uitgetrapt, alleen maar omdat hij tegen hun relatie was. Ik mocht daarna niet meer met ze omgaan, onder bedreiging van een geheven hand.
Het bleek een verschrikking om met hem samen te wonen. Een wolf in schaapkleding. De verpakking mocht er dan lekker uitzien, de inhoud bleek bedorven.

Boven me klinkt het gedempte geluid van Michel die hardop loopt te vloeken en te stampen. De druk op m’n borst is niet meer te houden, het gebrek aan zuurstof is verstikkend.
Het was haar ketting. Ik zag het meteen.
In zijn nachtkastje vond ik haar ketting naast zijn pistool, ik herkende het paardje. Haar gelukspaardje had ze gezegd. Een cadeau van Erik die 3 jaar geleden was overleden aan ALS.
Ik had de ketting in zijn eten verstopt en hij liep rood aan toen het ding aan zijn vork hing.
‘Cheryl, wat de neuk?’ riep hij verbaasd.
‘Ja, inderdaad! Wat dacht je dan. Die domme brunette komt er nooit achter. Ik kan lekker los gaan als ze weg is. Saskia had gelijk, ik had moeten luisteren.’
Wild briesend stoof hij overeind, pakte zijn stoel en gooide hem in mijn richting. De stoel versplinterde tegen de muur achter me.
‘Saskia? Dat geile wicht heeft gekregen wat ze verdiende. Ze kon niet van me afblijven, dan kun je het krijgen ook.’
‘Wat bedoel je? Die ketting is van Vera, niet van Saskia.’
Hier was ik niet op voorbereid.
‘Saskia, Vera, Rogier, Said, Henk. Weet ik veel. Ze hebben er allemaal zelf om gevraagd. Eerst zitten ze me op te geilen, zelfs die twee homo’s, en vervolgens laten ze me zitten met een druiper.’
Uit het veld geslagen leunde ik tegen het keukenblad. Vanuit mijn ooghoek zag ik dat hij op me afkwam. Ik wist me nog net om te draaien, zijn hand greep zich vast in mijn haren. Met een stevige ruk trok hij me naar achteren en sloot zijn linkerarm om mijn hals. Snel probeerde ik naar achteren te trappen, maar meer dan zijn schenen raakte ik niet. Ik zette mijn nagels in zijn onderarm en met flinke kracht wist ik mijn hoofd uit zijn greep te krijgen en beet hard in zijn bovenarm.
Van onder mijn shirt trok ik het pistool en wees het in zijn richting. Zonder enkele ervaring met zo’n onding kwam ik best nog overtuigend over, vond ik.
‘Kijk, kijk. Doe maar stoer. Moet ik echt denken dat je op me gaat schieten, kom op. Ik ken je toch.’
Trillend op mijn benen richtte ik het wapen en haalde de trekker over. De terugslag deed me twee passen naar achter nemen.
Met een harde gil en een vloek greep hij naar zijn rechterarm en zakte jammerend door zijn knieën.
Misselijk van de kruitdamp en de spanning en met het pistool stevig in mijn handen kwam ik dichterbij en hield het tegen zijn slaap.
‘Cheryl, kom op. Dit kun je niet maken, doe het niet. Alsjeblieft, ik smeek je,’ zei hij snikkend terwijl hij omhoog keek en de tranen over zijn wangen rolden.
‘Je verdient niet beter, klootzak. De wereld zou er alleen maar beter op worden als jij er niet zou zijn.’
‘Toe nou, Ve…Cheryl. Ik hou toch van je, liefie.’
Voor ik het besefte liet hij zich tegen me aan vallen, struikelend viel ik tegen de keukenkastjes en plofte op de grond, het pistool was uit mijn handen gevallen.
Michel greep snel naar het wapen en sloeg met de kolf tegen mijn slaap. Het werd zwart voor de ogen, geen zicht meer op Michel.

Het duister zal nooit meer licht worden.
Het gewicht van een meter aarde is niet te dragen. Mijn hersenen werken nog even, een paar seconden. Genoeg om in paniek te raken, genoeg om te beseffen dat ik sterf.
Gelukkig hoef ik me niet eenzaam te voelen. Saskia, Rogier en Said liggen hier bij me.

Loading

Een gedachte over “Wie een gat graaft”

Reacties zijn gesloten.