Schreeuw niet zo!

Het voordeel van een persoonlijk gesprek voeren met iemand, is dat je snel duidelijk kunt maken hoe je iets bedoelt. Door middel van klemtoon, handgebaren of gezichtsuitdrukkingen is snel te zien of je iets spottend, kwetsend, cynisch of gemeend zegt – sarcasme wil sommige mensen dan wel eens ontgaan, wat het alleen maar leuker maakt. Veelal verraadt je gezicht al wat je wilt zeggen, en voor de moeders onder ons – vaders zijn daar nu eenmaal niet zo goed in – is ook heel snel te zien of je kind liegt als het vertelt dat niet hij, maar zijn beste vriend de bal door het raam van de buren trapte. Waar heb je anders vrienden voor?

Vooral als ik iets ontzettend sulligs in gedachten heb of ergens extreem enthousiast over ben, kan ik mijn gezicht niet in de plooi houden. Met een serieuze blik, althans dat denk ik dan, probeer ik mijn gedachten dan over te brengen maar lig al na de derde zin op de grond van het lachen terwijl de ander me dan heel droog aankijkt en geen idee heeft waar ik het over heb. Ik ben dan ook verschrikkelijk slecht in pokeren, iedereen kan al zien of ik goede kaarten heb zonder dat er een spiegel achter mij hoeft te hangen.
De eerste 1,5 jaar van je leven ben je doorgaans niet zo goed in het overbrengen van je gedachten of gevoelens op een manier die je ouderlijke eenheden ook begrijpen. Helaas vergeten volwassenen snel hoe het was om kind te zijn, dus valt het soms niet mee om duidelijk te maken wat het probleem is. Communicatie gaat via een aanstekelijk gelach als je het naar zin hebt – dit gaat niet altijd op omdat sommige kinderen gewoon vrolijk doorlachen zelfs als hun been in de brand staat, om 40 jaar later nog steeds met de brandplekken te zitten – of een afschuwelijk gekrijs als je niet duidelijk krijgt dat die luier nu echt op je knieën hangt en nodig aan vervanging toe is. Maar aangezien je ouders zo nodig Pokémons proberen te vangen en jij al schreeuwt als er een vlinder voorbij vliegt, hebben ze even geen aandacht voor jouw zoveelste tirade.
Het duurt dan ook niet lang voordat je snapt dat een lach je veel dingen brengt – koekjes, cadeaus, patatjes – en schreeuwen vaak niet brengt wat je bedoelt – wel heel veel ongewenste tijd op een trap of in een gang als je ouders weer eens onredelijk zijn in hun begrip voor jou. Tenzij je ouders je voor straf naar je kamer sturen en niet doorhebben dat dit eigenlijk geen straf is omdat daar al je beren zijn en je speelgoed staat.
Uiteindelijk leer je, als je een jaar of 20 ouder bent, een middenweg te vinden tussen een lach en hysterisch geschreeuw.
Maar wat voor jou geschreeuw is, kan voor een ander een gesprek op normaal geluidsniveau zijn. Katwijkers bijvoorbeeld, staan bekend om hun luide gesprekken. Tijdens verjaardagen is een normaal gesprek niet te voeren omdat Jaap een gesprek voert met Willem aan de andere kant van de kamer en Mien en Bep daar overheen moeten omdat ze elkaar anders niet kunnen verstaan. Alleen dat al is het waard om een verjaardag bij te wonen, met een biertje erbij en een zak chips.
Bij geschreven woorden is het wat lastiger om te interpreteren hoe de verteller het bedoeld heeft. Het kan zelfs afhangen van je eigen humeur op het moment dat je het boek of bericht leest. Leestekens zijn dan een handig middel om uit te leggen hoe de zin gelezen moet worden. Dit zorgt voor hilariteit als je rustig de zin leest en er op het einde van de zin onverwachts een uitroepteken staat, waardoor de zin wat gewichtiger gelezen had moeten worden.
‘Ik heb er zin in.’ zou je kunnen lezen als ‘Ik heb wel zin, maar het is dat het moet’. ‘Ik heb er zin in!´ leest als ´Ik heb er echt zin in.´- overigens kan het ook een sarcastisch uitroepteken zijn ´Ik zeg wel dat ik zin heb, maar meen er niets van.´
Sommige schrijvers, aankomend of gerenommeerde, zijn echter wel een beetje erg enthousiast tijdens het schrijven. Vijf, onnodige, uitroeptekens op een pagina ervaar ik als behoorlijk veel en vrij storend. Geschreven wetten dicteren dat één uitroepteken op de 30.000 woorden genoeg is.
´Hij sloeg linksaf! De auto stond al klaar om de hoek! Hij stapte in! Hij stopte de sleutel in het contact!´
Ik ben al moe na het lezen hiervan en dan is de persoon alleen nog maar de auto ingestapt.
In het dagelijks gebruik wordt het onding ook te pas en te onpas gebruikt. ´Kun je dit morgen afhebben?!’ is niet eens een vraag meer, maar meer een eis en verbazing dat ik in staat ben iets op tijd af te krijgen. ‘Dit klopt niet!’, ‘Waarom heb je dit zo gedaan?!’. Argh! Schreeuw niet zo!
En dan heb ik het niet eens over meerdere uitroeptekens achter een zin. ‘Zou ik ook doen!!!’ komt bij mij binnen als ‘Als je dat niet doet ben je een sukkel, waarom heb je het niet al eerder gedaan, waar wacht je nog op, heb je het al gedaan, waarom luister je nooit naar me, hou je niet meer van me?!’ terwijl ik op mijn knieën op de grond zit en heel dramatisch mijn armen in de lucht zwaai…
Hoe serieus moet je een leesteken nog nemen als je constant loopt te schreeuwen terwijl er niets aan de hand is?

Loading